Door middel van een naar achteren gerichte radarsensor houdt BSD de omgeving van de motor in de gaten en waarschuwt de rijder als er een voertuig nadert in de dode hoek van zijn blikveld. De naar achteren gerichte radarsensor scant de rijstroken links en rechts van de rijder. Wanneer er een naderend voertuig wordt waargenomen, gaat er een LED-lamp aan in de achteruitkijkspiegel. (NB: BSD waarschuwt niet voor voertuigen recht achter de motor of voor voertuigen die van de motor af bewegen.) Wanneer de rijder aangeeft dat hij van plan is om van rijstrook te veranderen door de richtingaanwijzer aan te zetten, en er zit op dat moment een voertuig in de dode hoek, dan zal de LED-lamp in de spiegel gaan knipperen.